Lemniscaat van Coppenhagen

 

BO3 werkt veel met de zogenaamde Lemniscaat van Coppenhagen. Dit is een eenvoudige maar krachtige methodiek die in vele situaties gebruikt kan worden. We gaan er van uit dat elke organisatie, maar ook een projectplan of een visie die in gemeenschappelijkheid ontwikkeld moet worden, vanuit vier zijden belicht kan worden, de zij, de ik , de wij en de het-kant.

BO3 neemt met u de vier zijden door en ontwikkelt samen met u een plan van aanpak om uw doelen te realiseren..........

11731244550144imageslemniscaat.jpg

  • 1.    De “Zij”kant. Waarom doe ik het en voor wie?
  • 2.    De “Ik”kant. Wat wil ik creëren?
  • 3.    De “Wij”kant. Met wie ga ik me verbinden?
  • 4.    De “Het”kant. Hoe gaan we het doen?

1.    De “Zij”kant. Waarom doe ik het en voor wie?

We creëren iets voor iemand: markt, klant, doelgroep en dat is wat ons voedt.

Voedingskracht.


Bovenstaande vraag is dus eigenlijke een zingevingvraag. Door de omgeving, de klant, de doelgroep, wordt de medewerker/ de organisatie gevoed met ideeën en inspiratie. Ze herkennen trends, kansen en zwakke signalen in de omgeving die van belang zijn voor zowel hun eigen ontwikkeling als voor de ontwikkeling van de organisatie.
Deze “Zij”kant is de bron van bezieling; de voedingskracht. Alles wat je creëert wordt geïnspireerd door deze bron.


2.    De “Ik”kant. Wat wil ik creëren?

Gevoed door de “zij-kant” zijn mensen in staat om te visualiseren wat ze zouden kunnen bijdragen of kunnen betekenen.

       Beeldkracht.
   
Door deze voedingskracht worden mensen nu in staat gesteld om te visualiseren hoe de toekomstige realiteit er uit zou kunnen zien en wat zij daaraan zouden kunnen bijdragen of daarvoor kunnen betekenen.
Creativiteit en inbeeldingsvermogen zijn sleutelwoorden. Creativiteit is in eerste instantie een individueel proces; individuen krijgen ideeën, nooit groepen mensen.
Inbeeldingsvermogen heeft te maken met eigen visie en idealen.
Op deze manier kunnen mensen hun verlangen om een zinvolle bijdrage te leveren invullen. Juist dit gegeven leidt ertoe, dat mensen bezield raken en binding houden met hun organisatie.
Reflectie c.q. de tijd nemen voor bezinning m.b.t. die zinvolle invulling is belangrijk om los te komen van de patronen waarin je tot dusver zat.
Het is bijzonder om te zien hoeveel nieuwe methoden, werkwijzen, ideeën ontwikkeld worden en veranderingen doorgevoerd kunnen worden, als docenten creatieve vrijheid ervaren.


3.    De “Wij”kant. Met wie ga ik me verbinden?

Omdat we zelden iets alleen kunnen realiseren is samenwerking met andere mensen in het creatieproces van groot belang.

    Samenwerkingskracht.

   
Juist omdat de mens heeft geleerd samen te werken, heeft hij verbazingwekkende vooruitgang geboekt. Voor veel gebieden van de menselijke activiteit en inspanning is duidelijk geworden dat samenwerken kan leiden tot grotere efficiency, betere besluitvorming en grotere betrokkenheid.
Samen werken aan samenwerking is geen eenvoudige opgave. Interesse in de ander, grenzen stellen en dienstbaarheid zijn belangrijke factoren in deze “Wij”kracht.
Mensen raken door samenwerking bezield als ze hun eigen “Ik” er in kwijt kunnen; er een verbinding is tussen hun eigen doelen en de doelen van de organisatie. Dan ook hebben ze de bezieling om verantwoordelijkheden in dit geheel te dragen.
Als al die “Ikken” en verantwoordelijkheden goed gebundeld worden kan er een kracht ontstaan die veel groter is dan zijzelf zijn als individuen.
Dit wordt ook wel het principe van de synergie genoemd; de kracht van het geheel is meer dan de som der delen.
Juist dit gevoel werkt voor veel mensen erg bezielend.


4.    De “Het”kant. Hoe gaan we het doen?

Om één en ander in goede banen te leiden moeten er ook afspraken gemaakt worden hoe we dit alles organiseren ( structuren, regels en afspraken ).

      Vormkracht

Plannen, organiseren en beheersen is de vorm waarin de organisatie wordt gegoten; de structuurresultante van al het voorgaande. Vorm volgt inhoud.
Van cruciaal belang is, dat deze vorm zo wordt gekozen dat er ruimte blijft voor
het “Ik”, het “Wij” en het “Zij”. Deze vormkracht moet er voor zorgen dat de individualiteit en creativiteit gewaarborgd blijft en dat de samenwerking rimpelloos kan verlopen.
Deze vormkracht is eigenlijk niets anders dan de kracht om de bezieling van mensen
in stand te houden.
Helaas, helaas is de focus in veel organisaties nog teveel op deze “Het” kant gericht.
In plaats van dat er structuren worden gecreëerd waar energie doorheen kan stromen, worden er veel structuren bedacht die de energie juist tegen houden.
Dit heeft desastreuze gevolgen voor de bezieling van medewerkers.
Er is echter nog een gevaar.
Dit “Het” wordt aangeboden aan “Zij”. Als de vorm en resultante van het hele proces niet worden ontvangen, aanvaard en erkend als zijnde zinvol en waardevol is het hele proces voor niets geweest en zal de klant, de doelgroep, de markt op zoek gaan naar andere organisaties.

Leiderschap binnen deze methodiek is balancerend leiderschap.
De leider moet voortdurend de balans zien te vinden en te behouden tussen de 4 kanten van zijn organisatie.
Hij/ zij moet voortdurend en onophoudelijk balanceren tussen min of meer tegenovergestelde krachten. Zo blijft de organisatie in optimaal evenwicht.
Hij/ zij moet de durf hebben hebben om deze regie te gaan voeren en daar heel veel plezier aan beleven.
Het is de spagaat van de leider om hierin op te dragen en te ondersteunen.

Dit continue proces vraagt om sturing. 
Indirect door middel van strategieën, structuren en systemen: dat is wat we management noemen.
Direct door middel van overtuigen, begeleiden, adviseren en motiveren: dat is wat we leiderschap noemen.